top of page
  • Tekst en foto’s Liesbeth den Haan.

De gastvrije eik

Bijgewerkt op: 28 mei 2022

De Eikenprocessierups - daarovergaat dit artikel niét. Daarover is al genoeg geschreven. Het gaat wél over de eik als gastvrije boom. Eiken kunnen namelijk honderden soorten plantjes en dieren herbergen. Een daarvan, die je in de zomer en in het najaar op de grond onder de eik kunt vinden, is het product van een galwespje.

Profiteurs en belagers Op de eik (Zomereik en Wintereik) leven wel honderden soorten - van bosmuizen tot Vlaamse gaaien, van mossen tot galwespen, van kevers tot vlinders. Ze profiteren alle op een of anderen manier van wat de eik hun biedt: schors, hout, bladeren, (mannelijke) katjes, (vrouwelijke) vruchten (eikels), waarvan delen gretig gegeten worden door tal van dieren. De eik probeert zich te beschermen tegen al die profiteurs en belagers door de aanmaak van looizuur, dat een enigszins wrange en bittere smaak heeft. Eikels moet je als mens dan ook eerst vermalen en dan herhaaldelijk weken in water om het zuur eruit te halen en ze eetbaar te maken. Na droging kan je er bij voorbeeld meel van malen. Eikelmeel schijnt te lijken op volkorenmeel en naar zeggen kan je er goed pannenkoeken van bakken. Dieren hebben al die bewerkingen niet nodig te hebben; ze lusten de eikels rauw. Wilde zwijnen staan erom bekend dol te zijn op eikels en de eekhoorn en de gaai verstoppen ze als wintervoorraad.

Gallen Onder een Zomereik langs de Zestienhovenlaan vond ik tientallen vervormde eikels op het pad. Het zijn een soort gallen; dat zijn vervormingen op het blad of aan de eikel. Op een eik komen wel 80 verschillende soorten gallen voor, met poetische namen zoals Ananasgal, Aardappelgal, Lensgal, Knoopjesgal, Stuitergal om er maar een paar te noemen. De namen geven alle aan welke vorm de gal heeft. Het gaat hier overigens om de Knoppergal (zie foto). De galwesp die de Knoppergal veroorzaakt, is een klein onopvallend wespje met donkerbruin tot zwart glimmend lijf en gelige pootjes en antennes. Dez vrouwelijke wespjes leggen met hun legboor eitjes in de groeiende eikels van de Zomereik (ook wel de Wintereik), op de rand van napje en eikel. Elke galvormer heeft dus zijn eigen galvorm, maar het precieze mechanisme is niet goed bekend. Waarschijnlijk zorgt de beschadiging van het weefsel zelf al voor een verhoogde groeiactiviteit bij de plant. Ongetwijfeld scheidt echter ook de galvormer een stofje af, waardoor de juiste galvorm ontstaat. Een hele eikel en zelfs het napje kan zo omhuld worden door de gal. Uit de eitjes komen rupsjes; afhankelijk van het aantal larven binnenin is de gal grilliger van vorm. De rupsjes doen zich tegoed aan de voedselrijke eikel. Ze eten zich een weg naar buiten en vliegen door een gaatje in de gal uit.


En de eik zelf? Heeft de eik last van de gallen? Als je ernaar kijkt vanuit de eik - die zoals alle levende organismen gericht is op behoud van de soort en dus op voortplanting -, dan kan je zeggen dat de eik er last van heeft, zeker als het merendeel van de eikels is aangetast en van de boom vallen. De eiken in ons tuincomplex - wij willen helemaal niet dat die zich voortplanten en dus kunnen de Knoppergallen geen kwaad.



154 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page